Ballooerveld


Texel


Naar deze geomorfologische kaart zal in het onderstaande enkele keren verwezen worden.

> Lees meer

Ballooerveld

15 november 2011

In de herfst zijn we van 8 tot 15 oktober (opnieuw) een weekje naar Drenthe geweest. Het weer zat deze keer eens niet mee. De eerste 4 dagen was het druilerig en donker weer. Daarom zijn er wat minder plaatjes van de uitstapjes als normaal. De honden waren mee.

Allereerst een compliment voor Staatsbosbeheer die het mogelijk gemaakt heeft om hier met een aangelijnde hond te lopen. Daar kunnen de groene organisaties voor veel van hun terreinen een voorbeeld aan nemen.




Heerlijk, de hond mag mee

De naam Ballooerveld kende ik overigens uit een artikel van Wim de Gans. Die maakt een vergelijking tussen de opbouw van vennetjes in dekzanddepressies (zie onderstaand plaatje) en pingoruines.




Een ven in een dekzanddepressie

Op de paden valt het al snel op dat we niet op de Utrechtse Heuvelrug lopen. Hier geen witte kwartsen en grijze kwartsieten, maar een overvloed aan rode kleuren, veelal graniet. Elders troffen we ook nog het glinsterende zand uit het Elsterien aan. We komen echter vandaag voor de historie in de vorm van celtic fields en karrensporen. Ondanks de kunstmatige, menselijke ontstaanswijzen zijn het geomorfologisch interessante fenomenen.




Veel rode steentjes op het pad

Dit informatiebord vestigt de aandacht op deze fenomenen en uiteraard ook op de grafheuvels.




Een informatiebord

Langs ons pad zien we al snel een langgerekte smalle laagte die een beetje lijkt op een dichtgegooide sloot. Als je er naar toe loopt zie je er meer liggen. Van het pad af zijn ze echter, door de evenwijdige ligging met het pad, wat moeilijker te herkennen.




Een langgerekte smalle laagte

Het is ook niet zo dat je in de begroeiing, bijvoorbeeld aan de groeiplaatsen van de heide, onmiddellijk een patroon herkent. In de verte ligt een heuveltje. De langwerpige laagten gaan niet over maar langs de heuvel.




Heuvel in zicht

De heuvel blijkt een grafheuvel van een paar honderd jaar voor Christus te zijn. Ik beklim de heuvel met de benodigde eerbied en heb een prima uitzicht. In de verte is de kerktoren van Rolde te zien. Er is een brede zone van die smalle laagten te zien die zich richten op de kerktoren van Rolde. Tweedimensionaal komt dat niet duidelijk over.




Zicht op de kerktoren van Rolde

Een telelens op de camera wil dan wel eens helpen. De voormalige karrensporen, want dat zijn het, komen er nu beter uit.




Nu met een telelens bekeken

Als je thuis rustig op je gemak op google earth kijkt dan weet je haast niet wat je ziet. Duidelijk zijn de honderden meters brede zones van tientallen karrensporen op de luchtfoto te zien.

De brede zone van karrensporen blijkt een onderdeel te zijn van een soort middeleeuwse snelweg tussen Groningen en Coevorden. Kerktorens en andere opvallende zaken in het landschap vormen de bakens waarop men koerste. De karrensporen waren ook weer aangrijpingspunten voor verstuivingen. Kuilen en verschillen in asbreedte waren aanleiding om telkens weer een ander parallel spoor te maken. Hoewel ik wel eens meer karrensporen gezien en herkend heb, vind ik die op het Ballooerveld wel de mooiste tot nu toe.

Zoals elders in Nederland was ook hier weer mijn ervaring dat celtic fields, tenzij ze gerestaureerd zijn, toch wel erg moeilijk herkenbaar zijn. Je weet dat ze er moeten zijn en daardoor zie je ook wel iets, maar zonder die kennis zou je er zondermeer voorbij lopen.




Prachtig luchtfotobeeld op google earth

Tja, bij het onderhouden van een dergelijk gebied behoren ook schapen. Je moet er niet aan denken dat dit gebied bebost zou raken. Bij het weggaan stonden de schapen ons nog net even uit te zwaaien.




Drentse heideschapen

Bronnen:

Afbeeldingen:
BOHO-team.
luchtfoto: Google earth


Peelrandbreuk


De onderstaande geologische kaart geeft met een oranje kleur een duidelijk begrensde, van zuidoost naar noordwest lopende, zone aan. Dit is de Roerdalslenk die in de laatste honderdduizend jaar is opgevuld met beekafzettingen en dekzanden. Zowel in het westen als in het oosten komen deze afzettingen slechts plaatselijk en veel minder dik voor. De Peelrandbreuk vormt hier de opmerkelijk rechte grens tussen de Roerdalslenk en de Peelhorst.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de daling van de slenk niet schoksgewijs plaatsvindt, bijvoorbeeld bij aardbevingen (Uden, 1932; Roermond, 1992). De daling vindt namelijk heel geleidelijk plaats met een snelheid van circa een centimeter per eeuw. Dat lijkt te verwaarlozen, maar we moeten niet vergeten dat we met geologie te maken hebben en niet met leeftijden van mensen. Als gedurende het kwartair een daling van een cm per eeuw plaatsvindt, dan resulteert dat uiteindelijk in een hoogteverschil van meer dan 200 meter. Zoals gezegd heeft extra sedimentatie door rivieren, beken en de wind de daling nagenoeg bijgehouden en heeft de argeloze passant hier niet in de gaten wat voor bijzondere geologische processen hier gespeeld hebben. Hooguit zal hij zich verbazen over het roestige water dat hier voorkomt.

Op onderstaande hoogtekaart staan in blauw de laagste gebieden aangegeven. Na groen en geel komen we in het bruin bij de hoogste gebieden. Opvallens is de smalle gele en bruine rug die diagonaal door het beeld loopt. Dat zijn de Bedafse Bergen. Een in de Roerdalslenk gelegen dekzandrug is hier opgestoven tot rijen hoge landduinen. Dit stuifzandgebied is zeker een bezoek waard, maar nu denken we deze hoge rug even weg.

Dan valt een hoogteverschil aan de rechterzijde van de hoogtekaart op in de vorm van een tamelijk rechte lijn. Hier ligt in de omgeving van Uden de Peelrandbreuk. De rode cijfers geven de fotopunten aan van de hieronder volgende afbeeldingen. We gaan deze punten langs lopen om een idee te krijgen of en hoe de breuk in het terrein zichtbaar is.

> Lees meer