Nieuwvliet 1: haaientand


De Grebbeberg


In 1995, het Europees Natuurbeschermingsjaar, werden veel projecten op het gebied van natuur en landschap uitgevoerd. Een heel bijzonder initiatief werd genomen door de provincie Utrecht. Zij stelde de niet-levende natuur centraal met haar idee om een landelijk netwerk te ontwikkelen van Aardkundige Monumenten. Uiteraard werd daarbij begonnen in de provincie Utrecht. Als eerste aardkundig monument werd door gedeputeerde Staten de zuidflank van de Grebbeberg benoemd.

De Grebbeberg is de zuidelijke punt van een tientallen meters hoge stuwwalrug, die in een boog van Amersfoort naar Rhenen loopt.. Deze stuwwal is zon 150.000 jaar geleden gevormd door honderden meters dik landijs dat langzaam van Scandinavië naar Nederland "stroomde". Ooit liep de stuwwal nog verder naar het zuiden om vervolgens weer naar het noorden om te buigen en aan te sluiten op de stuwwal van Ede - Wageningen.

> Lees meer

Nieuwvliet 1: haaientand

18 oktober 2012

Dit jaar hebben we de herfstvakantie doorgebracht in Zeeuws Vlaanderen, in Nieuwvliet-Bad. We hebben diverse aardkundige fenomenen gezocht en bezocht, maar omdat ons bungalowpark tegen de duinen aan lag en het aardig weer was, hebben we menig uurtje op het strand doorgebracht.

Gelijk over de duinen lag de Verdronken Zwarte Polder. Dat is een slufter, waar de zee een duidelijke inham landinwaarts gemaakt heeft. Op deze bij eb gemaakte foto komt de breedte van de inham goed tot uiting.




De brede inham van de Verdronken Zwarte Polder

Op het strand is het voor de tijd van het jaar nog aardig druk. Opvallend is het dat veel mensen de indruk maken hun religieuze behoefte te doen. Dat is maar schijn. Men is massaal op zoek naar haaientanden. Vroeger gebeurde dat met name in Cadzand en aan de overkant bij de Kaloot, maar onder andere als gevolg van de kustversterking, is nu de Verdronken Zwarte Polder een geliefde zoekplaats geworden.




Zoekende recreanten

Vrijwel iedereen loopt daar naar de grond te staren. Meestal is het strand gelijk na vloed echter al afgestroopt door handelaren en fanatieke verzamelaars. Aan de oostzijde van de inham wordt echter aan de vloedlijn de hele dag tussen het schelpengruis intensief naar haaientanden gezocht. Sommigen vinden het leuk om een tand te vinden en als souvenir mee te nemen en anderen proberen door zeven te gebruiken het aantal flink op te voeren.




Zoek met de hand of door te zeven

Het tijdens de vloed door de kreken binnendringende water legt zijn transportlast ook aan de andere kant van de bedding neer. Daar wordt uiteraard ook gezocht.




Zoeken aan beide zijden van de kreek

De vondst van een haaientand leidt vaak tot grote vreugde bij de speurder.




Bingo. Een haaientand gevonden

De tientallen tanden die ik deze week door allerlei speurders heb zien vinden waren overigens allemaal van een kleine soort. Mogelijk waren grotere exemplaren al door de eerder genoemde handelaren en fanatieke speurders gevonden.




Een kleine haaientand

Met name in het drogere schelpengruis zijn de tanden door hun kleur en glans herkenbaar. Vaak is het materiaal dermate versleten of verweerd dat de vorm niet echt meer doet denken aan een tand.




Al dan niet verweerde vormen

Als je een mooi exemplaar, kleiner dan een cm, flink uitvergroot dan wordt het toch wel weer een indrukwekkende vondst.

Al met al is het toch wel een bijzonder aardkundig fenomeen dat haaientanden uit geheel andere tijdperken, met andere klimatologische omstandigheden, plaatselijk door erosie uit de bodem van de Westerschelde worden losgewoeld en op de aangrenzende stranden van De Kaloot, Cadzand en in ons geval de Verdronken Zwarte Polder in Nieuwvliet-Bad opnieuw gesedimenteerd worden.




Een uitvergroting

Afbeeldingen: BOHOteam


Peelrandbreuk


De onderstaande geologische kaart geeft met een oranje kleur een duidelijk begrensde, van zuidoost naar noordwest lopende, zone aan. Dit is de Roerdalslenk die in de laatste honderdduizend jaar is opgevuld met beekafzettingen en dekzanden. Zowel in het westen als in het oosten komen deze afzettingen slechts plaatselijk en veel minder dik voor. De Peelrandbreuk vormt hier de opmerkelijk rechte grens tussen de Roerdalslenk en de Peelhorst.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de daling van de slenk niet schoksgewijs plaatsvindt, bijvoorbeeld bij aardbevingen (Uden, 1932; Roermond, 1992). De daling vindt namelijk heel geleidelijk plaats met een snelheid van circa een centimeter per eeuw. Dat lijkt te verwaarlozen, maar we moeten niet vergeten dat we met geologie te maken hebben en niet met leeftijden van mensen. Als gedurende het kwartair een daling van een cm per eeuw plaatsvindt, dan resulteert dat uiteindelijk in een hoogteverschil van meer dan 200 meter. Zoals gezegd heeft extra sedimentatie door rivieren, beken en de wind de daling nagenoeg bijgehouden en heeft de argeloze passant hier niet in de gaten wat voor bijzondere geologische processen hier gespeeld hebben. Hooguit zal hij zich verbazen over het roestige water dat hier voorkomt.

Op onderstaande hoogtekaart staan in blauw de laagste gebieden aangegeven. Na groen en geel komen we in het bruin bij de hoogste gebieden. Opvallens is de smalle gele en bruine rug die diagonaal door het beeld loopt. Dat zijn de Bedafse Bergen. Een in de Roerdalslenk gelegen dekzandrug is hier opgestoven tot rijen hoge landduinen. Dit stuifzandgebied is zeker een bezoek waard, maar nu denken we deze hoge rug even weg.

Dan valt een hoogteverschil aan de rechterzijde van de hoogtekaart op in de vorm van een tamelijk rechte lijn. Hier ligt in de omgeving van Uden de Peelrandbreuk. De rode cijfers geven de fotopunten aan van de hieronder volgende afbeeldingen. We gaan deze punten langs lopen om een idee te krijgen of en hoe de breuk in het terrein zichtbaar is.

> Lees meer