Rockeskyller Kopf (Eifel) in bewerking


Peelrandbreuk


De onderstaande geologische kaart geeft met een oranje kleur een duidelijk begrensde, van zuidoost naar noordwest lopende, zone aan. Dit is de Roerdalslenk die in de laatste honderdduizend jaar is opgevuld met beekafzettingen en dekzanden. Zowel in het westen als in het oosten komen deze afzettingen slechts plaatselijk en veel minder dik voor. De Peelrandbreuk vormt hier de opmerkelijk rechte grens tussen de Roerdalslenk en de Peelhorst.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de daling van de slenk niet schoksgewijs plaatsvindt, bijvoorbeeld bij aardbevingen (Uden, 1932; Roermond, 1992). De daling vindt namelijk heel geleidelijk plaats met een snelheid van circa een centimeter per eeuw. Dat lijkt te verwaarlozen, maar we moeten niet vergeten dat we met geologie te maken hebben en niet met leeftijden van mensen. Als gedurende het kwartair een daling van een cm per eeuw plaatsvindt, dan resulteert dat uiteindelijk in een hoogteverschil van meer dan 200 meter. Zoals gezegd heeft extra sedimentatie door rivieren, beken en de wind de daling nagenoeg bijgehouden en heeft de argeloze passant hier niet in de gaten wat voor bijzondere geologische processen hier gespeeld hebben. Hooguit zal hij zich verbazen over het roestige water dat hier voorkomt.

> Lees meer

Rockeskyller Kopf (Eifel) in bewerking

11 juli 2014

De Eifel staat bekend om zijn vele vulkanen. Er zijn er teveel om elke vulkaan tot een potentieel Aardkundig Monument te benoemen. Bovendien doet zich de vreemde situatie voor dat de vulkanen educatief pas heel mooi worden als ze aangetast worden door de exploitatie van grondstoffen uit de vulkaan. Gelukkig worden het geen platte pannenkoeken, omdat er altijd flinke resten blijven staan.

Tijdens bezoeken in 2003, 2004, 2006 en 2010 hebben we al heel wat vulkanen een of meer keren bezocht. In 2014 hebben we met name in de buurt van Hillesheim diverse vulkanen bezocht. Van 3 bezochte vulkanen in 2014, de Arensberg, de Emmelberg en de Rockeskyller Kopf wil ik op deze website wat meer laten zien.

Bij die bezoeken valt op hoe complex de genese van die vulkanen is. Meestal is er sprake van meerdere uitbarstingen en dan ook nog van verschillende typen. We gaan nu op bezoek bij de Rockeskyller Kopf, een verlaten groeve bij Rockeskyll. Rockeskyll ligt enkele kilometers ten zuiden van Hillesheim.

Ik had een prachtig foto gezien met discordante gelaagdheid met de naam Rockeskyller Kopf.




Ik had het idee dat die foto het restant van de Kopf was. Dat bleek wel mee te vallen. Als je naar de omgeving kijkt zie je nogal wat bolle of kegelvormige heuvels of bergen in het landschap. De Rockeskyller Kopf is ook een dergelijke heuvel.




Hier lopen we in de richting van de Rockeskyller Kopf en het is duidelijk dat hier nog een hoge bolle vorm aanwezig is. Aan het eind van de weg en dus aan de voorkant van de Kopf ligt een grote groeve. Gegraven wordt er niet meer, maar hier en daar wordt er puin gestort.




Hier heb ik van een paar plaatjes een panorama gemonteerd. Van rechts naar links zien we eerst de lokatie van de eerste foto. Midden in het beeld is het diepere gedeelte van de groeve te zien waar we straks een bom oprapen. Helemaal links ligt, niet goed zichtbaar, de krater waar we verderop ook even gaan kijken.




Even terug naar het mooie beginplaatje. Daar zijn links dikke afzettingen te zien uit de tijd dat er een explosiekrater gevormd werd (Maarafzettingen). Schuin daarboven is later as neergedaald en heeft aslagen gevormd, waardoor de discordantie ontstaat die duidelijk maakt dat er meerdere (soorten)erupties zijn geweest.

Onderstaande foto is een detail van foto 1. Goed is te zien dat er bij en na al dat vulkanisch geweld ook breuken kunnen ontstaan. Links van de breuk is een dikke laag met veel nevengesteenten, die bij de explosie meegekomen zijn uit de ondergrond, te zien. Rechts van de breuk komen deze nevengesteente pas veel lager voor.




Foto 1 geeft de suggestie dat het mooie plaatje een geisoleerde heuvel is, maar het eerder getoonde panorama laat al zien dat er nog een lange wand achter zit. Onderstaande foto geeft een impressie van die lange wand.




Hier zijn we afgedaald naar het laagste gedeelte van de groeve (zie ook het panorama). Langs de wand liggen talrijke bommen die ooit de lucht in zijn geblazen.




Die bommen bestaan veelal uit vulkanisch materiaal, maar hier hebben we een bom, die met name bestaat uit gesteente uit de ondergrond, meegenomen.




In het gesteente komen veel fossielen voor. Het zijn zeedieren die ooit in een ondiepe zee geleefd hebben.




Met name de stukjes zeeleliestengel, rond met een gaatje in het midden, zijn zeer opvallend. Ook die zeelelies zijn overigens dieren. Waarschijnlijk hebben de dieren tijdens het Devoon (ca 400 miljoen jaar geleden) hier in een zee geleefd. De zee is ondieper geworden en uiteindelijk zijn kalksteenlagen gevormd, die in de loop der tijd, samenhangend met gebergtevorming, zijn gestegen tot ver boven de huidige zeespiegel.




We verlaten het diepste punt en kijken nog even rond aan de ach, terkant van de groeve. Daar vinden we nog een heel leuk plekje. Aan de rechterzijde is een discordantie zichtbaar, doordat as uit een nieuwe uitbarsting schuin over de min of meer horizontale lagen is neergelegd.

Floris, onze Weimeraner, staat ter hoogte van de krater.




Ik heb veel detailopnames gemaakt van de talrijke verschillende lagen. Hierbij een voorbeeld van het verschil in textuur en structuur binnen enkele centimeters.





Brabantse Wal (en Boudewijngroeve)


Ter oriëntatie: midden op bovenstaande kaart liggen Woensdrecht en Hoogerheide en onderaan Ossendrecht. Op deze hoogtekaart staan ook wat rode getallen. Dat zijn plaatsen waar ik op excursie geweest ben en de omgeving gefotografeerd heb. In het onderstaande wordt daar naar verwezen.

Kees Kasse heeft indertijd voor de bovengenoemde Brabantspecial een artikel geschreven over de Brabantse Wal en de Boudewijngroeve. Het informatiepaneel dat in het veld staat geeft uiteraard ook wat toelichting.

Op het geologische gedeelte van het paneel is het grote hoogteverschil duidelijk te zien tussen de recente afzettingen van de Schelde en de oudere getijde afzettingen. Door opheffing van Brabant zijn die laatstgenoemde afzettingen hoger komen te liggen. Ze worden nog afgedekt door dekzanden, die aan het slot van de laatste ijstijd zijn neergelegd. Meestal zijn die dekzanden later nog verstoven. Riviererosie, met name door de Schelde, heeft van de overgangszone een langgerekte (>20 km) steilrand gemaakt. De 10 a 20 meter hoge steilrand is door afstromende beekjes, loodrecht op de steilrand, flink versneden en daardoor heeft de overgang op de hoogtekaart een gekarteld uiterlijk gekregen.

Een voordeel van al dat schrale zand op het hogere gedeelte is wel dat de landbouwkundige waarde gering was. Veel van die gronden zijn daardoor uiteindelijk relatief weinig verstoord in handen van groene organisaties gekomen.

> Lees meer