De Dommel dl 1


De korte- en lange duinen


In het oosten van de provincie Utrecht bestaat de bodem voornamelijk uit zandige afzettingen. De kern vormt de enige tientallen meters hoge Utrechtse Heuvelrug. Dat is een stuwwal die in de voorlaatste ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden, is gevormd door het uit Scandinavië oprukkende landijs. Om die Heuvelrug heen is in de laatste ijstijd, 70.000 - 10.000 jaar geleden, een dik zandpakket als een deken over het toenmalige landschap neergelegd. In de Middeleeuwen werden de zandvlaktes plaatselijk weer kaal door overbeweiding met schapen. De wind kreeg weer vat op het kale, droge zand. De Lange Duinen is een restant van zo'n stuifzandgebied.

> Lees meer

De Dommel dl 1

23 juni 2009

Als hoofdredacteur van Grondboor & Hamer, het tijdschrift van de Nederlandse Geologische Vereniging, ben ik druk bezig met de voorbereiding van het Decembernummer. Dat wordt een special over aardkundige excursiepunten in de provincie Noord-Brabant. De Dommel zal dan diepgaander worden beschreven door Patrick Kiden van Deltares.
Voor mij is dat een prima gelegenheid om telkens weer gedetailleerd kennis te maken met aardkundig erfgoed in een ander stukje van Nederland. Als je namelijk 30 jaar bij de provincie Utrecht gewerkt hebt dan merk je, achteraf, dat het je blikveld wel erg verkleind heeft.
Met Henk Bol vorm ik het BOHO-team (Bol en Hoogendoorn). We hebben al heel wat publikaties van mijzelf en anderen van landschapsopnamen voorzien. Op bijgaand topografisch kaartje staan wat punten aangegeven die ik geselecteerd heb voor dit webverhaal.






We starten met een bezoek aan De Dommel. De provincie heeft hier een aardkundig monument benoemd, waarvan een paneel staat aan de Bobbenagelse weg in Sint-Oedenrode. Hoewel de provincie Utrecht ook veel dekzandgebieden heeft en bijvoorbeeld in de Gelderse Vallei de combinatie met beken algemeen is, valt het op bovenstaand kaartje gelijk op dat de door kanalisatie afgeneden meanderende beeklopen hier in deze omgeving in ruime mate bewaard zijn gebleven.

Op weg naar het paneel treffen we al een mooi uitzicht op een dekzandrug. Op de diverse kaartjes in dit webverhaal is deze locatie aangegeven door het getal 1. Vanaf dat punt kijken we in noordwestelijke richting naar een dekzandrug.






Deze geomorfologische kaart van Alterra (WUR) geeft de vormen aan het aardoppervlak weer. De groenige kleuren geven de beekdalbodem (code 2R7) aan, waarin soms wat veen is gelegen (code 1R4). De oude beddingen in de dalbodem zijn veelal nog watervoerend en op deze kaart aan de kronkelige blauwe waterpartijen herkenbaar. De beekdalbodem wordt aan weerszijden begrensd door dekzandvlakten (code 2M13) die soms door overstromingswater verspoeld zijn (code 2M10). Markant rijzen dekzandruggen (code 3K14 en 4K14) naast de beekdalbodem in de wat lager gelegen vlakkere dekzandgebieden op, zoals bijvoorbeeld op het vorige plaatje te zien was.






Enkele honderden meters verder staat aan de westzijde van de weg het paneel (punt 2 op de kaarten). Hier is ook een kleine parkeermogelijkheid.






Uiteraard is het de moeite waard om ter plaatse het paneel eens te bestuderen. De tekst is beperkt gehouden en de tekening is zeer sprekend.






Als je over het paneel heenkijkt zie je voormalige loop van de Dommel. Langs deze oever van de Dommel kun je dankzij enkele overstapjes (links op de foto) een stukje langs de Dommel lopen.






Deze foto is ook vanaf punt 2 gemaakt, maar dan in noordelijke richting. Je ziet hier dat de bedding van links komt en vervolgens weer een bocht naar links maakt. De oude beek kon hier de hoge dekzandrug niet passeren en loopt daarom weer terug in westelijke richting.






Hier zijn we bij punt 3 aangeland. In zuidwestelijke richting kijkend zien we opnieuw een dekzandrug in het landschap opduiken.






Bijgaand kaartje berust op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Met behulp van radar zijn de terreinhoogten gedetailleerd gemeten. De provincie Noord-Brabant heeft een uitdraai gemaakt voor een groter gebied. Omdat de hoogteverschillen gering zijn voor de gebruikte legenda is het beeld niet erg sprekend, maar het verschil tussen de lage beekdalbodem en de hogere dekzandruggen is herkenbaar. We gaan op weg naar punt 4, waar een oude beekloop ten westen van een dekzandrug zichtbaar is.






Heel fijn is het dat in dit gebied diverse smalle, al dan niet verharde, landweggetjes aanwezig zijn. Je kunt er routes volgen, maar wij gaan naar dit hoefijzermeer kijken.






In oostelijke of zuidoostelijke richting kijkend is de hoger gelegen dekzandrug te zien.






Tussendoor nog even een luchtfoto van het gebied met de beschreven excursiepunten. De foto geeft weinig nieuwe informatie naast de reeds afgebeelde kaartjes, maar het blijven altijd leuke plaatjes om naar te kijken..






En dit is bij punt 4 een prachtig beeld van het uiteinde van de afgesneden meander. Door de opgaande begroeiing is aan de linkerzijde het verloop van de meander niet helemaal op de foto te volgen.






Het gebied binnen de meander blijkt toegankelijk te zijn. Een aangename verrassing.






Het Brabants Landschap blijkt eigenaar te zijn van het gebied en onder redelijke voorwaarden mogen we verder.






We gaan nu van punt 4 naar punt 5. Onderweg lijkt de meander bijna op natuurlijke wijze afgesneden te zijn. Een smalle landstrook scheidt beide beddingen. Dit proces is gestopt toen enkele honderden meters naar het zuiden de loop van de Dommel door kanalisatie recht getrokken is.






Ook hier een illustratief punt. Op de voorgrond is de voormalige bedding in de lager gelegen beekdalbodem te zien. We kijken in zuidoostelijke richting. Achter de tweede bedding, die hiervandaan niet zichtbaar is, liggen de koeien nog net in de beekdalbodem. Vlak daarachter rijst de dekzandrug op.






Uiteraard is de bedding op sommige plaatsen aan het verlanden, maar het is heel plezierig dat in dit gebied nog zoveel aardkundig waardevolle landschapselementen te zien zijn. De provincie Noord-Brabant laat dit gebied zeer terecht uitmaken van haar aardkundig waardevolle gebieden.




Bronnen:

Afbeeldingen:
BOHO-team.
Geomorfologisch kaart (ged): Alterra (Wageningen UR)
AHN-kaart: provincie Noord-Brabant
Luchtfoto: provincie Noord-Brabant
Topografische Kaart: Topografische Dienst Emmen

Literatuur:
Aardkundige excursiepunten in Noord-Brabant. Grondboor & Hamer jrg 63, 2009 nr 6, in voorbereiding.
Hoogendoorn, W., Zwerfsteneneiland Maarn en andere aardkundige monumenten. KNNV Uitgeverij 2006
Lezing 11 van de Stichting Vrienden van het Zwerfsteneneiland


Brabantse Wal (en Boudewijngroeve)


Ter oriëntatie: midden op bovenstaande kaart liggen Woensdrecht en Hoogerheide en onderaan Ossendrecht. Op deze hoogtekaart staan ook wat rode getallen. Dat zijn plaatsen waar ik op excursie geweest ben en de omgeving gefotografeerd heb. In het onderstaande wordt daar naar verwezen.

Kees Kasse heeft indertijd voor de bovengenoemde Brabantspecial een artikel geschreven over de Brabantse Wal en de Boudewijngroeve. Het informatiepaneel dat in het veld staat geeft uiteraard ook wat toelichting.

Op het geologische gedeelte van het paneel is het grote hoogteverschil duidelijk te zien tussen de recente afzettingen van de Schelde en de oudere getijde afzettingen. Door opheffing van Brabant zijn die laatstgenoemde afzettingen hoger komen te liggen. Ze worden nog afgedekt door dekzanden, die aan het slot van de laatste ijstijd zijn neergelegd. Meestal zijn die dekzanden later nog verstoven. Riviererosie, met name door de Schelde, heeft van de overgangszone een langgerekte (>20 km) steilrand gemaakt. De 10 a 20 meter hoge steilrand is door afstromende beekjes, loodrecht op de steilrand, flink versneden en daardoor heeft de overgang op de hoogtekaart een gekarteld uiterlijk gekregen.

Een voordeel van al dat schrale zand op het hogere gedeelte is wel dat de landbouwkundige waarde gering was. Veel van die gronden zijn daardoor uiteindelijk relatief weinig verstoord in handen van groene organisaties gekomen.

> Lees meer