Peelrandbreuk


De Dommel dl 2; voorjaar


De volgende foto is op dezelfde plek genomen. Hier valt de nadruk sterk op de sedimentatie die is opgetreden op de oever van de rivier. Het is hoogwater geweest en op de oever is een oeverwalletje gevormd. Niemand heeft er nog gelopen en het ribbelpatroon is nog gaaf. Deze informatie uit het winterbeeld is volstrekt niet afleesbaar op de foto van 4 mei 2011. Helaas heb ik geen opnamen van de overstroming zelf.

> Lees meer

Peelrandbreuk

In Nederland zijn we niet echt vertrouwd met breuken. Toch zijn ze wel degelijk ook in ons land aanwezig. Bijvoorbeeld de serie breuken aan weerszijden van de Roerdalslenk. Aan de westzijde wordt deze dalende slenk begrensd door het Brabants plateau en aan de oostzijde door de Peelhorst. Aan het oppervlak is er echter weinig van te zien. Lage gebieden hebben nu eenmaal de neiging extra opgevuld te worden. Hoge gebieden staan daarentegen vaak bloot aan erosie waardoor ze verlaagd worden.
In de afbeelding staan in het midden, in de Roerdalslenk, diverse formaties uit het Kwartair weergegeven, die niet op de Peelhorst zijn afgezet. Het zijn veelal rivierafzettingen van Maas en Rijn, maar soms ook afzettingen van plaatselijke beken. Aan het oppervlak liggen ook windafzettingen.
De grens tussen de Roerdalslenk en de Peelhorst bestaat eigenlijk uit een serie min of meer evenwijdige breuken. De westelijke rode lijn in de afbeelding is de Peelrandbreuk.




Dwarsdoorsnede door een gedeelte van Brabant

De onderstaande geologische kaart geeft met een oranje kleur een duidelijk begrensde, van zuidoost naar noordwest lopende, zone aan. Dit is de Roerdalslenk die in de laatste honderdduizend jaar is opgevuld met beekafzettingen en dekzanden. Zowel in het westen als in het oosten komen deze afzettingen slechts plaatselijk en veel minder dik voor. De Peelrandbreuk vormt hier de opmerkelijk rechte grens tussen de Roerdalslenk en de Peelhorst.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de daling van de slenk niet schoksgewijs plaatsvindt, bijvoorbeeld bij aardbevingen (Uden, 1932; Roermond, 1992). De daling vindt namelijk heel geleidelijk plaats met een snelheid van circa een centimeter per eeuw. Dat lijkt te verwaarlozen, maar we moeten niet vergeten dat we met geologie te maken hebben en niet met leeftijden van mensen. Als gedurende het kwartair een daling van een cm per eeuw plaatsvindt, dan resulteert dat uiteindelijk in een hoogteverschil van meer dan 200 meter. Zoals gezegd heeft extra sedimentatie door rivieren, beken en de wind de daling nagenoeg bijgehouden en heeft de argeloze passant hier niet in de gaten wat voor bijzondere geologische processen hier gespeeld hebben. Hooguit zal hij zich verbazen over het roestige water dat hier voorkomt.




Geologische kaart van Brabant

Op onderstaande hoogtekaart staan in blauw de laagste gebieden aangegeven. Na groen en geel komen we in het bruin bij de hoogste gebieden. Opvallens is de smalle gele en bruine rug die diagonaal door het beeld loopt. Dat zijn de Bedafse Bergen. Een in de Roerdalslenk gelegen dekzandrug is hier opgestoven tot rijen hoge landduinen. Dit stuifzandgebied is zeker een bezoek waard, maar nu denken we deze hoge rug even weg.

Dan valt een hoogteverschil aan de rechterzijde van de hoogtekaart op in de vorm van een tamelijk rechte lijn. Hier ligt in de omgeving van Uden de Peelrandbreuk. De rode cijfers geven de fotopunten aan van de hieronder volgende afbeeldingen. We gaan deze punten langs lopen om een idee te krijgen of en hoe de breuk in het terrein zichtbaar is.




Hoogtekaart van de omgeving van Uden

Onderstaande foto is bij punt 1 genomen. Als we hier naar het noordoosten kijken dan zien we een steilrandje. Dit steilrandje is niet de breuk zelf. Het terrein loopt hier geleidelijk op in oostelijke richting als gevolg van de overgang van de slenk naar de horst. Een scherpe overgang in de vorm van een breukvlak is verdoezeld door dekzand.

Dergelijke steilrandjes zijn meestal het gevolg van landbouwkundige maatregelen. Ook liggen ze vaak op een eigendoms- of beheersgrens. Natuurlijk ligt de steilrand niet toevallig in deze zone. Er moet over een afstand van honderden meters enkele meters hoogteverschil overbrugd worden en soms is dan plaatselijk een steilrandje handig.




Zicht op een steilrandje

Bij punt 2 kijken we in noordwestelijke richting evenwijdig aan de breuk. Het steilrandje ontbreekt hier. Het terrein loopt geleidelijk van rechts naar links af.

Hier zien we al iets van een verschijnsel dat we verderop nog intenser zullen zien. De hogere gronden zijn vochtig, maar de lagere gronden, links in beeld, zijn droog. We naderen hier de zogenoemde wijstgronden. Wijstverschijnselen zijn gekoppeld aan een breuk en worden gekenmerkt door het ongewone en daardoor opvallende verschijnsel dat de hogere gronden nat zijn en de lagere gronden droog. We zullen straks zien hoe dat komt.




Vochtverschillen in het terrein

Bij punt 3 heeft de provincie Noord-Brabant een informatiepaneel geplaatst. Hoewel niet alle provincies op dezelfde wijze aardkundige monumenten benoemen en beschermen is het voorbeeld dat we indertijd bij de start in de provincie Utrecht geintroduceerd hebben om een informatiepaneel te plaatsen wel overal nagevolgd.




Een informatiepaneel ter hoogte van de breuk

Zonder deskundige begeleiding kan de educatieve recreant hier door het paneel te lezen een goede impressie krijgen van de ontstaanswijze en de kenmerken of eigenschappen van de directe omgeving van het aardkundig monument. De geboden informatie is zeer divers en beperkt zich niet tot de aardkunde. Ook aan de flora en de fauna, die hier sterk beinvloed wordt door de aardkundige gesteldheid, wordt aandacht besteed.




Veelzijdige informatie

Deze afbeelding genomen bij fotopunt 4 geeft een goede impressie van het maaiveld ter hoogte van de breuk in de ondergrond. We kijken in de lengterichting van de breuk.
Rechts ligt een steilrandje dat hier op een beheersgrens ligt. Aan de grootte van de mensen die komen aanlopen kunnen we afleiden dat over de breedte van enkele tientallen meters een hoogteverschil van meerdere meters overwonnen wordt.
Ook zijn verschillen in begroeiing (overgang naar zeggevegetatie) en beheer op de helling zichtbaar.




De overgangszone tussen slenk en horst

We duiken nu even de Roerdalslenk in en kijken vanaf punt 5 in de richting van de Peelhorst bij punt 6. Over de gehele foto is op de achtergrond een duidelijke verhoging in het terrein te zien. De verhoging wordt nog geaccentueerd door de opgaande begroeiing.




De Peelhorst op de achtergrond

Hier naderen we de overgangszone, waarin voor ons onzichtbaar de echte breuk verstopt zit. Ergens onder de glooiing is hij eechter aanwezig. Opvallend is ook de bruine kleur van het water dat in onze richting stroomt. Het omringende grasland is droog.




Bij de overgangszone

Zoals eerder gezegd zijn de hogere gronden nat en de lagere gronden droog. Vanaf de natte horst zijn hier en daar in het verleden afvoerkanaaltjes gegraven. Te sterke ontwatering leidt uiteindelijk tot vernietiging van de eigenschappen van de wijstgronden. Daarom zijn er later stuwen geplaatst om de afwatering enigszins in toom te kunnen houden.




Stuwen in de winter

En hier een zomers beeld. Een extra stuwbalk moet de afwatering nog meer tegengaan. Uiteraard is dit een zeer aantrekkelijk excursiepunt. In dit geval geeft Jan van Mourik een toelichting.




Stuwen in de zomer

Het water dat van de horst afkomt is zeer ijzerrijk. Als het water stroomopwaarts opkwelt en aan het oppervlak komt raakt het in het water opgeloste ijzer in contact met de zuurstof uit de lucht. Het ijzer oxideert en slaat neer als ijzeroxide. Dat veroorzaakt de schilderachtige roestplaatjes.




Neergeslagen ijzer

Hier komen we bovenop het natte plateau bij een eerste stuw.




De eerste stuw

Een en al nattigheid bij fotopunt 6.




De wijstgronden

Hier kijken we bij fotopunt 6 terug in de richting van punt 5 in de Roerdalslenk. Het hoogteverschil is duidelijk.




Zicht op de Roerdalslenk

Hoog tijd om even stil te staan bij de (geo)hydrologie rond de breuk. In deze bewerkte afbeelding heb ik de afzettingen aan weerszijden van de Peelrandbreuk die goed waterdoorlatend zijn zwart-wit gemaakt. Het grondwater dat van rechts naar links stroomt stagneert nabij de breuk. Het breukvlak is door versmering met klei slechtdoorlatend geworden. Ook zijn in de bovenste tientallen meters de grovere rivierzanden op de horst veel beter doorlatend als de dekzanden op gelijke hoogte in de roerdalslenk. Het stagnerende water kan niet of nauwelijks naar beneden omdat de mariene miocene afzettingen in de ondergrond (Formatie van Breda) slechtdoorlatend zijn. Het stroomt daarom omhoog, waardoor de zandkorrels en grindjes kantelen in de nieuwe stromingsrichting. De horizontale stroming wordt daardoor nog meer verhinderd. Het grondwater kwelt daarom uiteindelijk op aan het oppervlak. Daar wordt het opgeloste ijzer geoxideerd waardoor ijzeroxde neerslaat en de kenmerkende bruine kleur oplevert. Op haar beurt kan het neergeslagen ijzer ook weer hele banken van ijzeroer vormen waardoor de omgeving van de breuk extra slechtdoorlatend wordt.
Aan de andere zijde van de breuk lopen de goeddoorlatende lagen veel dieper door en daardoor kan het water eenvoudig naar grotere diepten infiltreren. Daardoor is het oppervlak in de Roerdalslenk relatief droog.




Geohydrologie rond de Peelrandbreuk

Hier bezoekt een aantal amateurgeologen de Peelrandbreuk. Het is duidelijk dat het terrein hier van rechts naar links stijgt. Het verschil in bodemgesteldheid en waterhuishouding leidt ook tot verschillen in vegetatie, met name in die gebieden die ook als natuur beheerd worden.




Beklimming van de Peelrandbreuk

Hier zijn we bij het Sint Annabosch. Door de wijst verschijnselen is de grond hier flink nat. Veenvorming heeft plaatsgevonden en aangepast schoeisel is dan ook wel verstandig bij een bezoek.




Een bezorgde blik naar de schoenen

Ook in onderstaande foto is het bij het teruglopen tussen de koekoeksbloemen door duidelijk dat we afdalen van de horst naar de slenk. We beseffen dat ergens onder ons de breuk ligt, maar dat belemmert ons niet om volop te genieten van het prachtige landschap met zijn bijzondere aardkundige kenmerken.

Bronnen:

Afbeeldingen:
BOHO-team.
AHN kaart, geologische kaart en dwarsprofiel (bewerkt): Provincie Noord-Brabant


Literatuur:
Balen, R. van. 2009 Peelrandbreuk en Maashorst. Grondboor & Hamer jrg 63, 2009 nr 6, p 155 tm 160
Hoogendoorn, W., Zwerfsteneneiland Maarn en andere aardkundige monumenten. KNNV Uitgeverij 2006
Lezing 11 van de Stichting Vrienden van het Zwerfsteneneiland
Provincie Noord-Brabant. Van beekdal tot stuifduin; aardkundige waarden in Noord-Brabant.




Zicht op de Roerdalslenk


Brabantse Wal (en Boudewijngroeve)


Ter oriëntatie: midden op bovenstaande kaart liggen Woensdrecht en Hoogerheide en onderaan Ossendrecht. Op deze hoogtekaart staan ook wat rode getallen. Dat zijn plaatsen waar ik op excursie geweest ben en de omgeving gefotografeerd heb. In het onderstaande wordt daar naar verwezen.

Kees Kasse heeft indertijd voor de bovengenoemde Brabantspecial een artikel geschreven over de Brabantse Wal en de Boudewijngroeve. Het informatiepaneel dat in het veld staat geeft uiteraard ook wat toelichting.

Op het geologische gedeelte van het paneel is het grote hoogteverschil duidelijk te zien tussen de recente afzettingen van de Schelde en de oudere getijde afzettingen. Door opheffing van Brabant zijn die laatstgenoemde afzettingen hoger komen te liggen. Ze worden nog afgedekt door dekzanden, die aan het slot van de laatste ijstijd zijn neergelegd. Meestal zijn die dekzanden later nog verstoven. Riviererosie, met name door de Schelde, heeft van de overgangszone een langgerekte (>20 km) steilrand gemaakt. De 10 a 20 meter hoge steilrand is door afstromende beekjes, loodrecht op de steilrand, flink versneden en daardoor heeft de overgang op de hoogtekaart een gekarteld uiterlijk gekregen.

Een voordeel van al dat schrale zand op het hogere gedeelte is wel dat de landbouwkundige waarde gering was. Veel van die gronden zijn daardoor uiteindelijk relatief weinig verstoord in handen van groene organisaties gekomen.

> Lees meer